Het verbeteren van bedrijventerreinen is een langdurig proces. Het gevaar is dat je op de troepen vooruit gaat lopen.

Dr. Cees-Jan Pen, specialist in bedrijventerreinen en lector Ondernemende Regio, Fontys Hogescholen.

‘Circulaire terreinen zijn efficiënter, economischer en duurzamer’

‘Als de basis niet op orde is, kan elk plan om een bedrijventerrein te verduurzamen de prullenbak in’, vindt Dr. Cees-Jan Pen, specialist in bedrijventerreinen en lector Ondernemende Regio, Fontys Hogescholen. ‘Het verbeteren van bedrijventerreinen is een langdurig proces. Het gevaar is dat je op de troepen vooruit gaat lopen.’ 

In 1996 studeerde Pen af op zijn passie: bedrijventerreinen. Geen alledaagse passie. ‘Je mag het ook een afwijking noemen’, relativeert de lector. ‘Als economisch geograaf in hart en nieren, verdiep ik me in de ruimtelijke landing van bedrijven en hun locatiekeuzes. Bedrijventerreinen zijn dé plekken waar ondernemers ruimte krijgen om te ondernemen. Die terreinen ogen in de regel allerminst sexy, maar ze zijn wel cruciaal voor de lokale economie. Bovendien heerst er altijd spanning’, weet Pen. ‘Tussen ondernemers onderling, tussen overheid en ondernemers en vaak zijn er ook nog bewoners betrokken. En dat maakt het thema interessant.’

ESSENTIËLE PLEKKEN
Maar liefst dertig procent van onze economie speelt zich op dergelijke terreinen af, stelt Pen. ‘Ze bieden banen voor elke laag van de bevolking. Het zijn dus hele essentiële plekken voor een stad of regio. Toch zie je vaak dat bedrijventerreinen verwaarloosd worden, verouderd zijn en dat het beheer en onderhoud er tekortschiet. Dat is een boeiend gegeven. Eind jaren negentig verschenen er al allerlei rapporten over het verduurzamen van bedrijventerreinen. Maar daar is weinig mee gedaan. Het collectieve geheugen laat ons nog wel eens in de steek. Maar wat er in staat is nog steeds actueel.’

RONKENDE RAPPORTEN
Want de potentie van zo’n gebied wordt volgens Pen nog steeds vaak onderschat. ‘Niet alleen de werkgelegenheid die het biedt, maar er is ook een gigantisch potentieel om het klimaatakkoord te halen. Ik zien enorm veel circulaire initiatieven en energie, maar dat staat in schril contrast met de financiële en politieke aandacht om bestaande bedrijventerreinen beter te benutten. Iedereen wil een circulaire economie, maar tussen beleidsproza, ronkende rapporten en uitvoering gaapt vaak nog een kloof.’ 

KLEINTJE PILS
De eerste stap in dat proces, Pen noemt dat stap 0, is dat de basis op orde moet zijn. ‘De overheid geeft duidelijke kaders waarop ondernemers hun investeringen kunnen inrichten. Bovendien moeten ondernemers samenwerken en zorgen voor een vorm van professioneel parkmanagement, anders kan het mooie plan zo de prullenbak in. Het stimuleren van de betrokkenheid van ondernemers is een moeizaam traject dat met vallen en opstaan gaat. Daarnaast is het goed om een fonds te hebben van waaruit je gezamenlijk zaken kunt realiseren, zoals een afvalophaaldienst of beveiliging. En dan bedoel ik een substantieel fonds van een paar ton, anders blijft het bij een kleintje pils.’ 

Maar niet alleen de samenwerking tussen ondernemers onderling is cruciaal, vindt Pen. Ook de samenwerking tussen ondernemers en gemeente en bínnen de gemeente is doorslaggevend en moet volgens Pen gericht zijn op het midden- en kleinbedrijf. ‘Te vaak worden plannen en projecten over ondernemers heen gestrooid in plaats van deze met ondernemers te bedenken en te bespreken.’  

KOPLOPERS
Als de basis eenmaal staat, kun je gaan nadenken over verduurzamen van het terrein. ‘Daarbij spelen naast de hoogwaardige technische productiefaciliteiten – er moet natuurlijk geproduceerd worden – ook zachte factoren zoals quality of life, landschapswaarden en vergroening een essentiële rol. En je wilt uiteindelijk naar een circulair bedrijventerrein. Een gebied waarbij reststromen (water, warmte, materiaal) van het ene bedrijf of groep van bedrijven worden hergebruikt door andere bedrijven. Samenwerkende bedrijven kunnen goedkoper aan materiaal komen zonder nieuwe grondstoffen te verbruiken. Zij geven reststromen een nuttige bestemming terwijl ze besparen op afvalverwerking. Zo worden bedrijventerrein veel efficiënter, economischer en duurzamer. Alleen moeten die circulaire gedachten wel in het hoofd van de ondernemer en overheden gaan zitten. Daarbij lopen initiatiefnemers het gevaar dat ze op de troepen vooruit gaan lopen, waardoor het concept niet gaat landen. Een advies? Breng afvalstromen in kaart, ook ruimtelijk. En breng koplopers in beeld, zodat iedereen ziet dat er veel te winnen is.’ 

INSPIRATIE
Bedrijventerreinen zijn cruciaal voor de ruimtelijke vertaling van een steeds circulairder wordende economie, vindt Pen. ‘De ambities en visies voor de Spaanse Polder zijn hoopgevend en eigenlijk de enige weg om aan een groen herstel van ons vestigingsklimaat te werken.’
Sinds een aantal jaren is Pen juryvoorzitter bij de ABN AMRO Circular Economy Award, de prijs voor de beste circulaire werklocaties van Nederland. Afgelopen jaar is deze prijs gewonnen door Industriepark Kleefse Waard, dat duurzame en energie-gerelateerde bedrijven huisvest, faciliteert en met elkaar verbindt. De bedrijven werken samen met de overheid en het onderwijs aan de cleantech campus van de toekomst. ‘Doe inspiratie op en ga kijken hoe het daar werkt’, adviseert Pen. ‘Ga niet zelf het wiel uitvinden.’